Het broedproces van de kievit in Fryslân komt steeds meer in de knel. Hebben weersomstandigheden direct invloed op het jaarlijkse broedsucces? En hoe groot is de indirecte invloed van het weer via de planning van landbouwactiviteiten? Via een literatuuronderzoek in combinatie met een model-analyse zijn in opdracht van de BFVW weersafhankelijke factoren onder de loep genomen. De kievit is goed in staat zich aan te passen aan de warmer wordende weersomstandigheden door eerder met de leg te starten. Echter, de vervroeging van de legdatum houdt geen gelijke pas met de snelheid waarmee landbouwactiviteiten, zoals maaien in het bijzonder, vervroegen. Voor de kievit wordt het daarom steeds moeilijker om jongen groot te brengen. Alleen vroege broeders maken kans. Maar ook op niet-gemaaide graslanden komt de kievit in de knel: in warmere voorjaren is al vroeg sprake van een dichte en hoge grasmat, waar de kievit en zijn kuikens niet uit de voeten kunnen. Het broedsucces van de kievit is dan ook sterk afhankelijk van het weer en de planning van landbouwactiviteiten. Klimaatverandering speelt daarin een belangrijk rol.