Een gezond bodemleven is van groot belang voor de biodiversiteit. Regenwormen spelen daarin een sleutelrol. Onderzoek van Jeroen Onrust van de Rijksuniversiteit Groningen toont dat op weilanden waar drijfmest in de bodem is geïnjecteerd, minder wormen beschikbaar zijn dan op weilanden waar ruige stalmest is opgebracht. Het gaat vooral om rode wormen. Die spelen een belangrijke rol in het bodemecosysteem als voedsel voor weidevogels. Door het opensnijden van de grasmat tijdens het injecteren, droogt de toplaag sterk uit. Daardoor laten de wormen zich niet meer aan het oppervlak zien. De vochtigheid van de bodem is ook van groot belang. Onder droge omstandigheden trekken wormen zich terug. Ook is de bodem dan veel te hard voor weidevogels om met de snavel naar wormen te zoeken. Weidevogels hebben daarom vochtige – natte graslanden nodig, waar de grondwaterstand in het voorjaar niet beneden de 40 cm beneden maaiveld komt. Het wormen-water onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Journal of Applied Ecology: Earthworm activity and availability for meadow birds is restricted in intensively managed grasslands