Extreme droogte en wateroverlast bij hevige, lokale regenval zijn klimaatopgaven die ons in Nederland en elders op de wereld bezighouden. Zeker in deze tijd, waarin het zuiden van Europa in de greep van een hittegolf verkeert. De Coalitie Natuurlijke Klimaatbuffers denkt na over hoe we dergelijke weersextremen kunnen opvangen door inzet van natuurgebieden en natuurlijke processen. Maar hoe vullen we de ‘sponswerking’ en ‘buffercapaciteit’ van gebieden in de praktijk in? Die vraag stond centraal bij de presentatie van Eddy Wymenga bij Groeningen op 6 juli j.l.
De nadruk ligt daarbij vooral op het vasthouden van water voor later: hoe moeten we onze (zand)landschappen inrichten om het water dát valt, te kunnen vasthouden (zomerhalfjaar) en de kans te geven de grondwatervoorraden aan te vullen (winterhalfjaar)? En hoe kunnen we water vasthouden in de lager gelegen veengebieden? Wat betekent dat voor het landschap en het landgebruik? In bijgaande presentatie wordt een aanzet gegeven om over dit vraagstuk in gesprek te gaan.