De eerste zwaluwen zijn waargenomen en de eerste jonge grauwe ganzen zijn gesignaleerd. Alles wijst erop dat het voorjaar begonnen is. Bij A&W begint daarmee een drukke periode, want er is veldwerk te doen! De afgelopen weken heeft het koude weer voor vertraging gezorgd.
Volgens de boekjes worden allerlei soorten rond 15 maart weer actief. Een voorbeeld van zo’n soort is de Heikikker. De Heikikker roept echter alleen op warme avonden. Op dergelijke avonden wordt onderzoek naar het voorkomen van de soort uitgevoerd. Ons team staat klaar, maar door het koude weer maken ze een pas op de plaats. Waar er in andere jaren wel een week lang zwoele avonden voorkomen in de eerste helft van april, zijn er dit jaar maar enkele geschikte avonden geweest. Omdat dit onderzoek wordt uitgevoerd volgens een strikt protocol, komt de planning onder druk te staan. Ook roerdompen lieten zich al even horen bij de eerste warme dagen, maar houden zich nu weer stil.
Ook bij andere werkzaamheden lopen we tegen de weersomstandigheden aan, bijvoorbeeld bij de begeleiding van renovaties van woningen. In de spouwmuren en de daken van woningen, kunnen vleermuizen verblijven. Bij werkzaamheden moeten de vleermuizen worden buitengesloten, zodat ze een andere verblijfplaats vinden. Daarvoor worden alternatieve locaties aangeboden. Dit werkt echter alleen als het ’s avonds zo warm is dat vleermuizen hun verblijfplaats verlaten om te foerageren. Daarom kan pas bij lenteachtig weer worden gestart met sloop- of renovatiewerkzaamheden.
Laat dat voorjaarsweer maar komen!