Vogels en benthos in de Oosterschelde
De slik- en zandplaten in de Oosterschelde hebben te maken met erosie waardoor de hoogteligging kan veranderen en ook de samenstelling van de ondergrond. Dit is belangrijk voor het bodemleven omdat de soortsamenstelling en de aantallen (biomassa) afhankelijk zijn van het sediment en de periode dat de platen bij eb droogvallen. Uiteindelijk kan dit ook doorwerken in het voedselaanbod voor de grote aantallen vogels die er overwinteren en op de doortrek in het voorjaar en de nazomer op krachten komen. Om meer inzicht in deze processen te krijgen is Rijkswaterstaat Zeeland gestart met het project 'Vogelbenthos'. In dat kader wordt onderzoek gedaan door A&W naar de wijze waarop steltlopers in de Oosterschelde de aanwezige voedselvoorraden benutten. In 2009 zijn we de nazomer gestart met een eerste veldonderzoek, en in 2010 is opnieuw opdracht verleend aan ons bureau om het veldonderzoek in de winter en het voorjaar van 2011 voort te zetten. We werken daartoe samen met andere onderzoekers in de Delta. In het veld worden we bijgestaan door de firma Kooivis, die haar onderzoeksboten daarvoor inzet.
Voor meer informatie kunt u dr. ir. Daan Bos of Leo Zwarts raadplegen.