Het aanleggen van wegen of het verbreden van bestaande wegen kan leiden tot negatieve effecten op beschermde vleermuizen. Zonder mitigatiemaatregelen kan een weg onpasseerbaar worden, of kunnen vleermuizen op ‘koplamphoogte’ proberen over te steken, met een grote kans op aanrijdingen tot gevolg. Hierdoor kan een negatieve impact op de populatie optreden. Omdat vleermuizen door de Flora- en faunawet zwaar worden beschermd, dienen bij ruimtelijke ontwikkelingen maatregelen te worden genomen om de negatieve effecten weg te nemen. Het aanleggen van een kunstmatige hop-over kan veilige wegpassages voor vleermuizen verbeteren. Maar welke factoren bepalen het succes? A&W heeft dit onderzocht.
Dit onderzoek kijkt of (experimenteel) kan worden aangetoond of kunstmatige hop-overs kunnen dienen als verbinding voor vleermuizen over een weg. Daarnaast wordt onderzocht welke factoren bepalend zijn voor de functionaliteit en hoe kunstmatige hop-overs er uit moeten zien. We hebben daarvoor metingen gedaan bij een bestaande hop-over bij Groeslon in Wales. Verder hebben we door heel Nederland waarnemingen verzameld bij bestaande overspanningen over wegen, zoals ecoducten en bruggen. In dit project is samengewerkt met de Zoogdiervereniging.
Het onderzoek laat zien dat hop-overs kunnen werken. Op plaatsen waar een hop-over aanwezig is, wordt significant vaker overgestoken. Ook steken grotere aantallen vleermuizen over, zelfs twee keer zo veel als op plekken zonder hop-over. Wel blijkt uit de gegevens uit Wales, dat de werking sterk wordt beinvloed door de ligging in het landschap (goede aansluiting op singels of watergangen) en dat lichtverstoring moet worden voorkomen. Door achteraf te monitoren en de hop-over te verbeteren, kan de werkzaamheid worden vergroot.
Het rapport kunt u hier downloaden.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met ing. Eddy Wymenga