Riet heeft een hoofdrol in laagveenmoerassen. Vooral riet dat continu of een deel van het jaar in het water staat is van belang. Juist op de grens van water en land vinden allerlei soorten broedgelegenheid, foerageerhabitat, opgroeigebied of dekking. Zoals verschillende soorten moerasvogels, kleine zoogdieren als noordse woelmuis en waterspitsmuis, vissen, amfibieën en libellen. Ook beschermt het riet de oever en draagt het bij aan een goede waterkwaliteit. De vitaliteit van het riet en de breedte van de waterrietzone bepalen welke soorten er gebruik van kunnen maken. En die kenmerken worden mede bepaald door het al dan niet optreden van schommelingen in het waterpeil.
In het laagveenmoeras Groote Wielen onderzoekt A&W, in opdracht van de provincie Fryslân, de komende jaren de kwaliteit van het riet. We meten de breedte van de waterrietzone, waterdiepte, bodemhoogte en dichtheid, hoogte en stengeldikte van het riet in een aantal vaste raaien langs het boezemwater. Wetterskip Fryslân doet momenteel een proef met het toestaan van meer peilfluctuatie in de Friese boezem. Een mooie kans om beter grip te krijgen op de leefomstandigheden van een aantal doelsoorten in dit Natura 2000-gebied én op de rol van de iets grotere peilfluctuaties daarbij.