Weidevogels verdwijnen in rap tempo uit ons landschap, ondanks de inspanningen die geleverd zijn door boeren, beschermers, overheden en natuurorganisaties. De opgave waar we voor staan, om de huidige aantallen en verspreiding duurzaam te blijven garanderen is met de huidige financiële middelen zo goed als onmogelijk. Weidevogels zijn tegenwoordig geen automatisch bijproduct meer van de agrarische bedrijfsvoering maar het instandhouden van weidevogelpopulaties is kostbaar. Daarnaast geven nieuwe inzichten met betrekking tot de schaal van het landschap, de rol van waterbeheer en het landgebruik aan dat in veel gebieden de weidevogelpopulaties zich niet meer kunnen handhaven.
Alterra, Sovon, Bureau Zet en Altenburg & Wymenga hebben recent onderzoek afgerond naar kerngebieden voor weidevogels. Dit onderzoek brengt alle randvoorwaarden in beeld die de Grutto (als modelsoort voor weidevogels) aan z'n leefgebied stelt. De rode draad in dit rapport is de aanbeveling om het weidevogelbeleid af te stemmen op de ecologische randvoorwaarden die de weidevogels stellen en de middelen en inspanningen te concentreren in gebieden waar nog kansen zijn. Op nationale schaal zijn hiervoor zoekgebieden aangewezen en wordt gereedschap geleverd hoe deze gebieden vormgegeven kunnen worden. Dit zijn die gebieden waar weidevogels zich nu reeds concentreren en door hier duurzaam en grootschalig leefgebied te garanderen kunnen we de weidevogels behouden. Dit betekent dat de blik niet meer naar het verleden gericht moet worden en dat we de blik op de toekomst moeten richten en nu reeds gebieden moeten gaan beheren en inrichten die kans maken om een florerende populatie in stand te houden. Het inzetten op concentratie in kerngebieden volgt hiermee de trend die de weidevogels reeds zelf al in gang gezet hebben.
Voor meer informatie: drs E. Oosterveld.
Het rapport van het onderzoek vindt u hier.