Bruine kiekendief profiteert van fenomenaal veldmuizenpiekjaar

Zsgb4wnog88204qvmh934wdf4

Fenomenaal veldmuizenpiekjaar leidt tot hoog broedsucces voor de Bruine kiekendief in de Oostvaardersplassen

In het agrarische landschap in de omgeving van de Oostvaardersplassen spelen allerlei ruimtelijke ontwikkelingen die van invloed (kunnen) zijn op het foerageergebruik van de in het natuurgebied broedende kiekendieven. Altenburg & Wymenga doet daarom vanaf 2006 onderzoek naar dat  foerageergebruik. Vanaf 2010 wordt in samenwerking met kiekendief-onderzoeker van het eerste uur Wim Schipper tevens het broedsucces van de kiekendieven in de Oostvaardersplassen bepaald, door pas uitgevlogen jongen intensief te observeren. Opdrachtgever daarbij is o.a. de Gemeente Lelystad.
Het broedsucces van de Bruine kiekendief in de Oostvaardersplassen was in 2014 voor Oostvaardersplassen-begrippen ongekend hoog: ongeveer 2,7 uitgevlogen jongen per succesvol broedpaar, tegen 1,9-2,3 in 2010-2013. Het hoge broedsucces kan verklaard worden door de ongekende talrijkheid van Veldmuizen in het landelijk gebied van Flevoland dit jaar.
In de afgelopen jaren is gebleken dat Bruine kiekendieven in muizenrijke jaren vooral buiten de Oostvaardersplassen foerageren (in graanvelden, speciaal voor kiekendieven ingerichte foerageergebieden en extensief beheerde wegbermen), maar in muizenarme jaren (noodgedwongen) vooral in de Oostvaardersplassen blijven. In jaren dat kiekendieven relatief veel buiten de Oostvaardersplassen kunnen foerageren is hun broedsucces aanzienlijk hoger. Een duurzaam agrarisch landschap rondom de Oostvaardersplassen is daarom van levensbelang voor de in het natuurgebied broedende kiekendieven.
Verbazingwekkend genoeg is het broedsucces van de Bruine kiekendief in de Oostvaardersplassen lager dan gemiddeld in Nederland (gewoonlijk tussen 3,0-3,5 uitgevlogen jongen per succesvol broedpaar). Het lagere broedsucces in de Oostvaardersplassen zou wel eens kunnen komen doordat de kiekendieven relatief ver moeten vliegen om die muizen te verschalken.  
Hier zit nog wel een addertje onder het gras: er zijn ook broedgevallen die in zijn geheel geen jongen opleveren. In de Oostvaardersplassen is dat jaarlijks voor slechts 5-10% van de broedgevallen het geval. Het broedsucces van alle broedparen was daarom in 2014 ca. 2,6 jongen per broedpaar (in 2010-2013 1,6-2,2). In andere gebieden in Nederland zou het percentage nesten dat geen enkel jong oplevert wel eens veel hoger kunnen zijn. Uit het Lauwersmeer is bekend dat predatie van eieren en nestjongen van de Bruine kiekendief door Vossen vooral plaats vindt in muizenarme jaren. In muizenrijke jaren eten ook de Vossen vooral muizen.  
De conclusie is dus dat Bruine kiekendieven in de Oostvaardersplassen extreem veilig kunnen broeden, maar dat ze ook in zo’n groot natuurgebied afhankelijk zijn van een muizenrijke omgeving om een hoog broedsucces te behalen.

Wilt u meer weten over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met drs. Nico Beemster

 

Fotograaf:
Fotograaf: