De wadbodem krijgt weinig rust. Dat blijkt uit een overzichtsstudie die A&W in opdracht van Rijkswaterstaat en Programma naar een Rijke Waddenzee heeft uitgevoerd naar de omvang en effecten van bodemberoering op het wad door menselijke activiteiten en natuurlijke dynamiek.
Een deel van de bodemberoering in de Waddenzee wordt veroorzaakt door baggeren, zandsuppleties, visserij, etc. Tegelijkertijd is er ook veel dynamiek door stroming, getij, golfslag en wind, die de bodem van nature beroeren. Dat verschilt per locatie: hoog bij de zeegaten en veel lager op het wantij. Een belangrijke vraag is in hoeverre de effecten van menselijke activiteiten de natuurlijke dynamiek overstijgen. Soorten in laag-dynamische gebieden zijn gevoeliger en herstellen langzamer dan soorten in hoog-dynamische gebieden. Daardoor zijn de gevolgen van menselijke bodemberoering in het algemeen groter in laag-dynamische gebieden dan in hoog-dynamische gebieden. Baggeren, schelpenwinning, zandsuppletie en verspreiding van baggerspecie hebben lokaal de grootste impact. Maar ook lichtere vormen van bodemberoering, zoals garnalenvisserij, kunnen door hun frequentie en de schaal waarop ze plaatsvinden impact hebben. Dat speelt mogelijk vooral in laag-dynamische gebieden.
Geïnteresseerd? Hier kunt u het rapport en een nieuwsbericht van Programma Naar Een Rijke Waddenzee over het verschijnen ervan downloaden.