Grutto- en Kievitkuikens maken wat mee als ze gedurende hun eerste levensweken hun weg moeten vinden in het Nederlandse grasland. Wat ze zoal niet tegenkomen: vroeg en laat gemaaid grasland, kruidenarm of kruidenrijk, vluchtstroken, sloten en slootkanten, grommende tractoren en predatoren. Tijdens drie goed bezochte lezingen voor agrarische natuurverenigingen in Fryslân heeft Ernst Oosterveld verteld wat het onderzoek aan het graslandgebruik van weidevogelkuikens aan nieuwe inzichten heeft opgeleverd en wat boeren en vrijwilligers kunnen doen om de kuikenoverleving te vergroten. De lezingen werden georganiseerd door het weidevogelcentrum van proefboerderij Nij Bosma Zathe in het kader van het project Weidevogelkennis fleant troch Fryslân van de Provinsje Fryslân.